liveincuracao.com

advertising | contact

Curacao information - LiveInCuracao.com

2008-05-19 De energiecrisis komt bij iedereen hard

De energiecrisis komt bij iedereen hard aan

Kamer maakt zich sterk om alle alternatieven op de agenda te krijgen

WILLEMSTAD – De Kamer van Koophandel blijft met optimisme de economische toekomst van het eiland tegemoet zien. Dit optimisme is echter alleen maar mogelijk indien alle werkelijke alternatieven voor de stijgende prijzen van brandstoffen ter tafel komen, uitgewerkt worden en in de juiste mix worden geïmplementeerd om zodoende èn de energiecrisis te kunnen overstijgen èn om de reële economische groei te kunnen vasthouden. Duidelijk is het, dat dit van alle partijen in de gemeenschap vergt dat zij bijdragen; burgers, werknemers, bedrijven, en niet in de laatste plaats de overheid. Hogere prijzen mogen niet leiden tot hogere belastingopbrengsten; de consument moet ruimte hebben om de gevolgen van de prijzencrisis tegemoet te kunnen treden door behoud van koopkracht, en daarmee het gang houden van de voortschrijdende economische groei. Ook de overheid mag niet verdienen aan deze energiecrisis.

De Kamer heeft deel uitgemaakt van de tripartiete Commissie die met concrete voorstellen, alternatieven dan wel oplossingen moest komen om de verhogingen van energieprijzen als gevolg van de stijging van de prijzen van aardolie en aardolieproducten op de internationale markt tegen te gaan, dan wel de effecten van de toenemende energieprijzen te verzachten.
Hoewel de Commissie uiteindelijk een advies heeft uitgebracht, constateert de Kamer dat de Commissie bij het uitbrengen van haar advies nog talloze goede alternatieven heeft laten liggen om de juiste teugels op de effecten te krijgen. De meeste alternatieven zijn weliswaar besproken door de Commissie, een consensus daarover is echter niet bereikt.

Aan de maatschappelijke discussie over de gevolgen van de gestegen energieprijzen wil de Kamer nog de volgende onderdelen toevoegen:

  1. 1. Vastgesteld moet worden dat de wereldprijzen van energie fors zijn gestegen; Curaçao vormt daarop geen uitzondering en zal de hogere prijs moeten betalen voor de import van ruwe olie; dit veroorzaakt een crisissituatie die iedereen in de gemeenschap treft.
  2. 2. De vraag rijst in hoeverre het nog wel redelijk en billijk is dat Refineria Isla (Curazao) S.A. (PDVSA) de wel zeer grondig gewijzigde omstandigheden van de huidige relatie miskent. De “propina” om maar niet van een aalmoes te spreken, die Curaçao ontvangt voor het gebruik en verbruik van de raffinage-installaties staat in geen enkele verhouding tot de gestegen prijzen van ruwe olie mede als gevolg van de houding van een kartel van olieproducenten (met meer dan 600% in de 23 jaar sinds de komst van de Refineria Isla), en de bijzondere winsten die de Refineria met de installaties maakt, vorig jaar was dat kennelijk een winst van honderden miljoenen gulden. De focus op Curaçao ligt nu teveel op het voorkomen van “kartelvorming bij de kruidenier op de hoek”, in plaats van op het aanpakken van de gevolgen van kartelvorming bij olieproducenten die lokaal zaken doen.
  3. 3. Curoil moet afstand doen van de benzinepompen die zij nu opereert teneinde de concurrentie tussen de benzinepompen te kunnen stimuleren. Nu worden olieproducten steeds tegen de maximumprijzen verkocht, omdat concurrentie, door de aanwezigheid van Curoil binnen deze sector, niet mogelijk; er is sprake van een gebrek aan een “level playing field&rdquo
  4. 4. Er bestaat de eenvoudige mogelijkheid om benzine te splitsen in een “populaire grade” en een “luxe grade”. De populaire grade van “very basic quality”, geschikt voor de simpele auto, kan tegen een zo laag mogelijke prijs worden aangeboden.
    Hetzelfde geldt voor gasolie. Dus naast “industriële” of “populaire diesel” introduceren van een “luxe diesel” van hoge kwaliteit. Hiervoor kan dan (eindelijk) accijns worden gerekend op de luxe diesel, wat nu niet het geval is. Luxe auto’s rijden nu op de gewone diesel, zonder accijns, en klagen terecht over de kwaliteit daarvan.
    Hetzelfde principe geldt ook voor de LPG (kookgas); de LPG bestaat al uit een huishoude-lijke LPG en een commerciële LPG, maar deze worden niet fysiek gedifferentieerd. Als de commerciële cilinder een andere kleur heeft, dan kan duidelijk worden onderscheiden of het gesubsidieerde kookgas die voor de huishoudens is bestemd wel op de juiste bestemming wordt verbruikt.
    Samenvattend: de lokale statistieken van de benzineconsumptie laten zien dat er mogelijkheden zijn om de gebruiker van “regular” benzine (92) te ontzien: een hogere prijsstijging voor de “super” benzine (95), die bestemd is voor nieuwe luxe voertuigen, gecombineerd met een lagere prijsstijging voor de “regular” zou eenzelfde resultaat hebben opgeleverd voor Curoil, doordat veel meer “super” benzine wordt verkocht dan de “regulair” benzine. Dit kan ook gelden voor “luxe diesel” versus “gewone diesel”..
  5. 5. Introductie van een fiscale subsidie voor “kleine bussen” op grond van de vaststelling van het verlies dat de marktprijs van “gasoil” bij hen zou veroorzaken, waardoor de stijging van de rittenprijs voor het publiek beperkt blijft. Buschauffeurs die bij de fiscus via hun boekhouding de vermeende verliezen aannemelijk maken komen voor de fiscale subsidie in aanmerking.
  6. 6. Vervolgens reorganisatie van het systeem van openbaar vervoer door de introductie van een vervoersbedrijf dat op efficiëntere en effectievere wijze –en dus tegen een betere prijs- tegemoet komt aan de vervoersbehoeften van het publiek. Dit zou dan ook voorkomen dat het publiek vaak meerdere bussen moet nemen om op de arbeidsbestemming te komen.
  7. 7. Benchmarking van de productiekosten van de lokale utiliteitsbedrijven. Uit de voornemens van de Curaçaose overheid blijkt dat men per eind april 2008 de aanbevelingen uit “audit” rapporten wenst te introduceren; een aanvang moet hiermee worden gemaakt.
  8. 8. De vraag rijst in hoeverre juist de overheid zou moeten gaan profiteren van de gestegen kosten van energie: nagegaan moet worden welke mogelijkheden de overheden ter beschikking staan om bij te dragen in de handhaving van koopkracht om de economie op gang te houden. In ieder geval zullen de overheden op “budgetneutrale wijze” de meeropbrengsten van de omzetbelasting als gevolg van de gestegen prijzen terug moeten geven aan de burgers om de koopkracht enigszins te handhaven; bijvoorbeeld: een OB van 5% op een hele kip die 5 gulden kost, levert 25 cent op aan OB. Nu de prijs van hele kip gestegen is naar 10 gulden, is de opbrengst van dezelfde OB 50 cent. Die extra 25 cent moet terug naar de burger, anders profiteert juist de overheid van de prijsstijgingen ten koste van de burger!  
    Daar komt nog bij dat nu twee keer OB wordt geheven over de verkoop van brandstof, één maal bij de verkoop van Curoil aan de pompen en één maal bij de verkoop door de pompen aan de consument, zodat de burger twee keer OB betaalt voor hetzelfde product. De OB op benzine is dus geen 5% maar meer dan 10%.
  9. 9. Alleen een verhoging van de minimumlonen, onderstanden en toeslagen voor AOV’ers ter compensatie van koopkrachtverlies miskent het feit, dat het verlies van koopkracht zich bij de gehele bevolking voordoet. Het verlies aan koopkracht komt – bovenop het koopkrachtverlies door de recente stijging van de AOV-premie – ook bij de middenklasse hard aan en zal tot ernstige economische gevolgen kunnen leiden.

Overigens geldt ook hier dat de overheid het gedeelte van de loonstijgingen in de komende periode niet zal moeten belasten, of de keuze zal moeten maken om een ieder in de op basis van haar meeropbrengsten als gevolg van de prijsverhogingen in de loonbelasting tegemoet te komen.

De verhoging van de minimumlonen zal een opwaartse druk uitoefenen op de loon-categorieën die tot nu toe hoger dan het minimumloon lagen. Toegeven hieraan betekent het ontketenen van een loon- en prijsspiraal die de economische vooruitgang van Curaçao meteen en hard zal treffen met alle gevolgen van dien, zoals bedrijfssluitingen en verlies van werkgelegenheid, vooral en als eerste bij de kleine ondernemer. Voorkomen moet worden dat over de gehele linie voeding wordt gegeven aan de eis tot compensatie via loonstijgingen. Voorkomen moet worden dat wij belanden in een “loon- prijsspiraal”.

Er is op dit punt geen ‘quick fix’ voor de crisis, wel de kans en mogelijkheid voor deze gemeenschap om zich gezamenlijk in te zetten op het behoud van wat wij tot nu toe samen hebben bereikt. Dit vergt van iedereen, ook en vooral de overheid en het vakbondswezen, dat op serieuze wijze de economische ontwikkeling van Curaçao op gang wordt gehouden, dat banen behouden worden, en dat er ruimte blijft voor groei in de andere sectoren, naast die uit de impulsen vanuit de bouw- en horecasector. Het is binnen dit kader duidelijk dat binnen de gemeenschap geen ruimte moet worden gelaten aan de druk die leidt tot prijsverhogingen die niet onmiddellijk terug te voeren zijn naar de energiecrisis.
Het ingrijpen van de overheid in de prijsvorming door absolute winstpercentages vast te stellen op bepaalde producten zal per definitie leiden naar schaarste op de lokale markt, en daarmee sociale onrust.

Een belangrijke rol in het succesvol tegemoet treden van deze uitdagingen ligt besloten in een belangrijke verhoging van onze productiviteit als land, aangestuurd door marktconforme concurrentie, flexibiliteit op de arbeidsmarkt, competente arbeidskrachten en vastberadenheid om onze doelen te bereiken.